Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

 

Artikel 10.22 Inhoud medezeggenschapsreglement
In het medezeggenschapsreglement worden ten minste geregeld:
a
de aangelegenheden waarover de medezeggenschapsraad, onverminderd artikel 10.20, instemmingsrecht heeft,
b
de aangelegenheden waarover de medezeggenschapsraad adviesrecht heeft, met dien verstande dat de raad ten minste adviesrecht wordt toegekend inzake aangelegenheden die de doelstellingen, het voortbestaan en de goede gang van zaken binnen de hogeschool betreffen, de begroting, alsmede de keuze voor de commissie voor geschillen waarbij de hogeschool is aangesloten,
c
het aantal leden van de medezeggenschapsraad,
d
de wijze en organisatie van de verkiezingen van de leden van de raad,
e
de zittingsduur van de leden van de raad,
f
de wijze waarop het instellingsbestuur informatie verschaft aan de raad,
g
de termijnen binnen welke tot instemming of onthouding van instemming dient te worden besloten, en de termijnen binnen welke advies dient te worden uitgebracht,
h
de bevoegdheden die door de deelraden worden uitgeoefend,
i
de toekenning aan het deel van de raad dat uit en door het personeel is gekozen, van de bevoegdheden inzake de arbeidsomstandigheden die krachtens de Arbeidsomstandighedenwet en de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 16 van die wet aan de medezeggenschapsraad zijn toegekend,
j
de toekenning aan de raad van een overeenkomstige bevoegdheid als bedoeld in artikel 12, tweede lid, aanhef en onderdeel d, van de Algemene wet gelijke behandeling, waarbij dan artikel 21, tweede lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen van overeenkomstige toepassing is,
k
de toekenning aan de raad of het deel van de raad dat uit en door het personeel is gekozen, van de bevoegdheden inzake de arbeidsomstandigheden in de hogeschool voorzover deze niet betreffen te nemen beslissingen van het instellingsbestuur, bedoeld in artikel 10.20, onder f, en
l
welke van de geschillen tussen het instellingsbestuur en de raad, waarvoor deze wet niet in een geschillenregeling voorziet, worden voorgelegd aan de commissie voor geschillen waarbij de hogeschool is aangesloten, wie het geschil aanhangig kan maken en of daarbij de commissie om bemiddeling dan wel een oordeel wordt verzocht, voorzover de commissie voor geschillen waarbij de hogeschool is aangesloten, in haar reglement daarvoor de mogelijkheid biedt.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •